Bij het kopen van een woning krijg je te maken met diverse belastingen, zo betaal je bijvoorbeeld belasting over de waarde van de woning en kan je de rente aftrekken van je inkomstenbelasting. Belastingen hebben invloed op je geldzaken, het is daarom belangrijk om te weten wat je kunt verwachten.
Voor de meeste mensen geldt dat hun woning het grootste vermogen is dat ze bezitten. Een woning brengt financiële verantwoordelijkheid met zich mee, zo krijg je te maken met de hypotheeklast en belastingen. Als je een hypotheek hebt, heb je zowel bezit als schuld, je krijgt namelijk te maken met financiële en fiscale effecten. De overheid wijzigt de fiscale maatregelen regelmatig.
Sinds de invoering van belasting op wonen in 1893 is er weinig veranderd. Wat toen het huurwaardeforfait heette, heet tegenwoordig het eigenwoningforfait. De hypotheekrente kan nog steeds worden afgetrokken van het inkomen, dit heet de hypotheekrente aftrek. De belastingheffing heeft ook tegenwoordig grote invloed op geldzaken, daardoor staat het huidige beleid rondom de aftrekbaarheid van de hypotheekrente (nog steeds) ter discussie.
Het Nederlandse systeem kent een drieboxenstelsel. Dat houdt in dat er onderscheid gemaakt wordt tussen drie verschillende zaken, elke box kent zijn eigen belastingtarief. Box 1 en 3 zijn belangrijk voor jou als particulier, vooral box 1 omdat hierin de woning waarin je woont wordt belast. Box 2 is voor ondernemers met een bedrijf met een rechtspersoon (zoals een BV).
Het tarief voor het belastbaar inkomen uit werk en woning is een oplopend tarief met 2 schijven. U gaat naar verhouding meer belasting betalen als uw inkomen hoger wordt.
In 2023 betaal je over het belastbaar inkomen uit werk en woning tot € 37.149 ook premie volksverzekeringen. In 2022 is dat tot € 35.472 en in 2021 tot € 35.130. In het jaar dat je de AOW-leeftijd bereikt, betaal je volgens een aangepast tarief.
In 2010 is het maximale percentage waarover woningeigenaren de hypotheekrente mogen aftrekken verlaagd tot 49 procent. Deze beperking geldt alleen voor aftrekposten voor de eigen woning. Sinds 2020 wordt de aftrek sneller beperkt, het doel is om in 2023 ongeveer 37 procent aftrekbaar te houden. De hypotheekrente mag in oneindig van het inkomen afgetrokken worden. In 2001 is bepaald dat je maximaal 30 jaar de hypotheekrente mag aftrekken van je hypotheek.
Het aanvragen van de hypotheekrenteaftrek doe je door bij je jaarlijkse belastingaangifte de woning als bezit op te geven. Als je niet wil wachten tot de teruggave aan het einde van het jaar kan je ervoor kiezen dit maandelijks te laten uitkeren door middel van een online
vt-formulier Verandert er iets in je financiële situatie, geef dit dan tijdig door aan de belastingdienst. Zo voorkom je dat je te weinig krijgt of juist te veel. Ontvang je te veel dan moet je dit naderhand terugbetalen, vaak met een belastingrente waardoor je uiteindelijk duurder uitkomt.